6 april. Zou Jetje sport ooit leuk gaan vinden?
Met sport moet je opgegroeid zijn. Ben je dat niet, dan kijk je er te anders tegenaan om er heel enthousiast over te worden; | ||
Babies hebben nog geen begrenzingen, peuters hebben er maar weinig, maar al groeiend en volwassen wordend, worden dat er steeds meer; | ||
Na een aantal steden bekeken te hebben gaan we vandaag het bos weer eens in. |
Sport vind je leuk of niet. Er is geen tussenweg
Vandaag is het de dag van de sport en natuurlijk ga ik kijken of ik daar wat aandacht aan kan schenken. Sport is een fenomeen en eigenlijk iets waar je mee opgegroeid moet zijn. Ben je dat niet, dan zul je nooit het gevoel begrijpen, dat echte sportmensen drijft. Laat staan het gevoel van hun supporters en het "wij-gevoel" dat veel mensen er van krijgen.
Ik val dus ook onder die groep, die geen enkele sportgevoelens heeft meegekregen van huis uit. Verder dan een keertje kijken op de tv ging het niet. En dan kun je alleen maar met verbazing kijken naar bijvoorbeeld een regelmatig terugkerende wedstrijd hier vlak bij, in het zo rustige Katwijk. Een dorp met een zeer zwaar kerkelijke inslag, waar dingen altijd later gebeuren dan elders. Alles potdicht op zondag en mensen die niet uit een Katwijkse familie komen, worden "vreemden" genoemd. Ons kent ons.
Dit rustige dorp heeft twee voetbalclubs, VV Katwijk en Quick Boys, die ook nog eens in dezelfde competitie spelen. "Samenwerken dus," denkt een leek als ik dan. Maar het tegendeel is waar. Beide clubs willen zo ver mogelijk van elkaar staan en hebben een fanatieke aanhang. De onderlinge wedstrijden zijn gevreesd bij iedereen. Zodra het beginsignaal van de scheidsrechter klinkt, krijgen de supporters in een soort van blinde haat tegen de andere club, een rode waas voor de ogen. En in no-time ontaardt alles in een massale veldslag. Ook recent was er weer heel wat mobiele eenheid nodig om de supporters weer uit elkaar te meppen. De wedstrijd moest als gewoonlijk weer gestaakt worden, omdat het niet veilig genoeg was voor de spelers. Als ik dat lees, dan gaat bij mij echt het licht uit. Ik begrijp daar helemaal niets van.
Dat iemand het leuk vind om aan een sport te doen, dat begrijp ik best. Ik heb ook aan turnen en atletiek gedaan en train ook nog dagelijks om in conditie te blijven. Ik ben dan ook een tijdlang lid geweest van een atletiekvereniging. Maar ook daar vond je een vreemd soort fanatisme terug. De club gebruikte een bepaald parcours van vijf kilometer. Dat werd regelmatig gelopen en dan waren sommige mensen compleet ontroerd als ze hun "persoonlijk record" gebroken hadden. Dan hadden ze er 3,6 seconden korter over gedaan dan de vorige keer. Ik vond het al geweldig van mijzelf dat ik mee deed. Die tijd interesseerde mij hoegenaamd niet. Nee, ik ben op dat punt beslist geen sporter. Ik vind het op zijn tijd nog wel leuk om te doen, maar een drang tot steeds betere prestaties, hoe marginaal dan ook, heb ik absoluut niet.
Wat ik daarmee ook volledig mis is een "wij-gevoel" als er een Nederlandse sporter ergens iets gewonnen heeft. Het is natuurlijk heel leuk voor Max Verstappen als hij wereldkampioen wordt, maar daarvoor is een miljoeneninvestering in een compleet racebedrijf noodzakelijk, waarbij gewonnen wordt door auto's die op zich een knap stuk techniek zijn. Maar het zijn vooral de ontwerpers, monteurs en teams die voor bandenwissel etc. zorgen, die het echte verschil maken tussen winnen en verliezen. En ook hier spelen honderden van seconden. Heel Nederland stond vorig jaar op zijn kop. "We" waren wereldkampioen formule 1 racen geworden. Nou, prima hoor. Felicitaties voor de winnaar. Maar als hij niet gewonnen had, was het ook gewoon prima geweest.
Ik mis gewoon volledig dat stukje betrokkenheid of zelfs fanatisme. Waarschijnlijk kijkt de echte liefhebber, die wel enthousiast van dit soort zaken wordt, net zo verbaasd naar mij. Familieleden zakten regelmatig bij voetbalwedstrijden door hun bankstel en verzwaarden de poten daarom met bierkratten. Ik ben nog nooit ergens doorheen gezakt.
Waarom schilder ik mijn woning niet oranje? Waarom hang ik geen slingers met oranje vlaggetjes op? Waarom zie ik een voetbalwedstrijd gewoon als 22 jonge mannen in een korte broek die op een grasveldje tegen een bal schoppen om die tussen twee palen tegen een net aan te krijgen? En als dat dan eindelijk een keer gelukt is, leggen ze die bal in het midden en beginnen weer opnieuw. Nee, met die gedachten kom je er in de sport natuurlijk niet. Dat is logisch.
Het neemt niet weg dat ik iedereen van harte zijn liefhebberij gun. Net als de overheid dat doet. "Sport is heel belangrijk," zegt de overheid dan. De Romeinen wisten al, dat je het volk in moeilijke tijden rustig moest houden met "brood en spelen". Zij het dan, dat die spelen dan heel wat bloediger waren dan tegenwoordig gebruikelijk is. Dat verklaart ook, waarom een financieel zwaar noodlijdende gemeente als waar ik woon, miljoenen in de plaatselijke voetbalclub pompt. Een investering, waar maar een klein deel van de bevolking van profiteert. De rest mag wel de ieder jaar weer hogere gemeentelijke lasten betalen.
Nou ja, ik kan het niet veranderen en ik heb daar ook geen behoefte aan. Ik doe lekker mijn ding om een beetje in conditie te blijven en ben daar heel tevreden mee. Maar dat ik met een verse fietsketting richting het stadion ga om supporters van de andere partij mee af te tuigen, dat zul je bij mij nooit gaan vinden.
Weg met de begrenzingen in je denken
Creatief denken betekent volgens sommigen dat je helemaal geen begrenzingen in je denken hebt. Gevoelsmatig zit daar wel een kern van waarheid in, maar het is de vraag hoeveel mensen dat zullen kunnen.
Een baby denkt waarschijnlijk niet echt. Die neemt waar, maar weet zelf niet wat hij of zij waarneemt, want het ontbreekt aan een taal en een begrippenkader. Het positieve daaraan is, dat er ook geen grenzen zijn.
Een peuter heeft een brede fantasie. Onzichtbare vriendjes en huisgenoten kom je bijvoorbeeld nog wel eens tegen. Blauw gras tegen een groene lucht is geen enkel probleem. Waarom zou dat een probleem moeten zijn. Een klein, maar groeiend aantal begrippen en enige kennis van spreken en taal zijn aanwezig en geschikt om de omringende wereld een beetje te duiden.
Maar ja, dan gaan de ouders, oppassen, kinderdagverblijven en noem alle contacten maar op, aan het werk om dingen van de kleine bij te sturen. Blauw gras tegen een groene lucht? Nee, dat kan echt niet. Gras is groen, die lucht is blauw. En dit soort simpele voorbeelden zijn het begin van een steeds groter wordende hoeveelheid beperkingen in het denken. Iedere volwassenen heeft ongeveer net zoveel beperkingen als ideeën, want hij of zij zal bij elk idee direct wel een beperking zien. En zie je die zelf niet, dan is er altijd wel iemand anders in de buurt, die bereid is om je er op te wijzen, dat je wel wat beperkingen over het hoofd ziet. Denken zonder beperkingen of begrenzingen is daarom voor een volwassen persoon gewoon enorm moeilijk tot zelfs onmogelijk.
Je moet eigenlijk opnieuw leren om alleen maar waar te nemen. Waarnemen is zien zonder te interpreteren. Maar interpreteren, ofwel het toetsen van wat we zien aan wat we al weten, is iets dat vrijwel autonoom en constant gebeurt. En als die interpretatie eenmaal gelukt is, dan wordt deze direct van een label voorzien. Een label met een waardeoordeel. Een waardeoordeel dat bijna altijd grenzen en begrenzingen in zal houden. Veel waardevolle invallen en ideeën verdwijnen daardoor voortijdig in de prullenbak, waar ze misschien helemaal niet thuishoren, maar die gewoon even bij iemand met de verkeerde beperkingen zijn terechtgekomen.
Het loskomen van begrenzingen in ons denken is gewoon heel lastig. Het vraagt veel oefening en training. We moeten het actieve deel van ons brein aan het werk zetten, om met suggesties en ideeën te komen, maar op hetzelfde moment het brein zover te krijgen om interpretaties en waardeoordelen achterwege te laten. Geen gemakkelijke opgave, dat is wel duidelijk. Wel een heel interessant gebied, vooral voor mensen die hun dagelijkse brood met een creatief beroep verdienen.
Het bos en de ooievaars
Vandaag gaan we na alle steden van de laatste weken het bos weer eens in. Altijd lekker tot rust komen met ruisende bladen, zoemende insecten, geurende bloemen en overdaverende verkeersvliegtuigen met vakantiegangers die ook ergens van hun rust gaan genieten. Zelfs de ooievaar heeft van de rust gebruik gemaakt om zich voort te planten. Nou ja, met de lage geboortecijfers in Nederland kun je niet genoeg ooievaars hebben, nietwaar?
Colofon
Jetje's dag verschijnt in principe elke werkdag. Deze publicatie wordt uitgegeven door Henriëtte Sibie samen met Team Jetje, een ondersteunend team met een wisselend aantal medewerkers.
Bijdragen
Mocht je ook eens een bijdrage aan Jetje's dag willen leveren, dan is dat altijd mogelijk. Er zijn geen kosten aan verbonden, maar er is ook geen sprake van een vergoeding. Het geeft wel een leuke exposure want het weblog wordt goed gelezen. Een verwijzing naar je eigen website of weblog is altijd toegestaan. Affiliatelinks zijn niet toegestaan.
Bij belangstelling of vragen kun je altijd contact opnemen en dan kijken we graag samen met jou wat er mogelijk is. En dat is best veel.
Jetje's dag is op vele manieren te bereiken:
Alle foto's uit Jetje's dag staan op Pinterest
Natuurlijk ook te vinden op Linkedin
Kleinere berichten, foto's, kunstwerken etc. staan hier
Zoekt u een begrip uit de kunst? Een kunstenaar? Een kunststroming? Klik hier
Meer onderwerpen vinden? Gebruik de index!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten