16 februari, carnaval
Carnaval verdeelt het land
Carnaval is altijd een feest geweest, dat het land grofweg langs de grote rivieren in tweeën deelde. Onder de grote rivieren was het altijd groot feest, dat door het grootste deel van de bevolking boven de grote rivieren met enige verbazing wordt bekeken. Toegegeven, er zijn ook daar wel enkele enclaves waar carnaval gevierd wordt, maar die zijn niet echt dik gezaaid.
Wie het carnavalsfeest wil vieren, moet dat zeker doen
Nu wordt carnaval ook vrijwel altijd beschreven vanuit het feest zelf. Misschien is het eens een andere inval, om eens te beschrijven hoe zo'n saaie Noorderling tegen het feest aankijkt. En ik ga er niets naars over zeggen, want iedereen die een feest wil vieren, waar hij of zij met volle teugen van geniet, moet dat beslist doen. Daar kan en mag niemand op tegen zijn. Er zijn al genoeg problemen en gezeur in de wereld.
Je geboorteplek bepaalt of je carnaval leuk vindt
Of je een liefhebber bent van carnaval of niet, wordt bepaald op het moment dat je geboren wordt. Vinden je ouders carnaval leuk, dan ga jij het ook wel leuk vinden. Vinden de ouders carnaval maar een vreemd gedoe, dan is de kans dat de nieuwe wereldburger ooit richting Oeteldonk afreist, hoogstwaarschijnlijk te verwaarlozen.
Ik ben zelf opgegroeid op de Noordelijke Veluwe. En dat maakte toen het wel of geen carnaval vieren uitermate eenvoudig. Carnaval bestond daar gewoon niet. Discussie gesloten.
|
Alaaf!!! |
De enige echte ervaringen met carnaval
Later, toen ik op mijzelf ging wonen, ben ik twee keer met een vriendin naar een carnavalsavond in Doorn toe geweest. Die vriendin stond daar achter de bar en ik hielp om de drukte op te vangen. En dat bevestigde eigenlijk wel mijn vooroordelen. Veel hossen en springen. Veel drank. En veel geknepen worden op plekken waar je als vrouw eigenlijk niet geknepen hoort te worden.
Vooroordelen tegen carnaval
Als je een Noorderling vraagt hoe hij globaal carnaval zou duiden, dan krijg je een paar opmerkingen als:
- Je moet af en toe een keer "Alaaf" roepen, wat dat ook betekenen mag;
- Je drinkt er enorm veel bier;
- Je moet inhaken en meedeinen;
- Je knijpt iedereen van het andere geslacht in het achterwerk;
- Elke vraag doe je af met de opmerking "Agge mah leut hé".
Nu, dit is zonder twijfel een belachelijke serie vooroordelen van mensen die er niets van begrijpen, maar in grote lijnen klopt het wel dat het boven de grote rivieren door velen zo gezien wordt.
Carnavalsmuziek lijkt wat op zijn retour
De laatste jaren merk je er hier nauwelijks meer iets van, maar enkele tientallen jaren geleden was de carnavalsmuziek vanaf half januari niet van de radio en televisie af te slaan. Met ijzersterke meezingers die je na 2 minuten mee kunt galmen.
Met tijdloze evergreens als: "Weet je wat ik wel zou willen zijn, een bloemetjesgordijn", "Mien waar is mijn feestneus", "Er staat een paard in de gang bij buurvrouw Jansen", "Ik heb hele grote bloemkolen, bloemkolen, bloemkolen" moest heel Nederland in de juiste stemming gebracht worden. Ook hier leek dit boven de grote rivieren een vrij hopeloze missie.
Carnaval in Den Haag
Ook binnen de leden van Team Jetje zijn de ervaringen met carnaval te verwaarlozen.
Ergens in de jaren '70 was één van hen getuige van de eerste pogingen om carnaval in de stad Den Haag te introduceren. Prins carnaval en zijn raad van Elf waren aan het polonaise lopen in de Vroom & Dreesman, op de roltrappen.
Een groepje heren van rond de vijftig tot zestig dat met meer geluid dan enthousiasme, probeerde de aandacht van het winkelende publiek te trekken. En dat publiek had duidelijk helemaal geen behoefte aan deze versperring van de roltrappen, maar wilde gewoon boodschappen kunnen doen. De geïrriteerde opmerkingen in plat Haags en adviezen om eens even heel snel te verdwijnen waren niet van de lucht. Nee, die middag werd inwijding van Den Haag in het plezier van het carnaval beslist geen succes.
En op het platteland
Het dorp waar ik woon kent wel een carnavalsvereniging "De Gaapstokken", maar daar merk je eigenlijk alleen van, dat hun clubhuis veel verhuurd wordt aan andere verenigingen die er dankbaar gebruik van maken. Er is ieder jaar een optocht, maar die is zo snel voorbij dat het mij in de 32 jaar dat ik hier woon slechts één keer gelukt is, om die optocht te zien. Je moet er duidelijk echt moeite voor doen. Waarschijnlijk draait het lokale carnavalsgebeuren voor het grootste deel om activiteiten voor de leden.
Vreemde zaken voor de Noorderling
Aan het feit dat er zoiets als carnaval bestaat, wordt je als Noorderling slechts af en toe herinnerd. Bijvoorbeeld als iemand met een kikkerpak aan het wildplassen is geweest wat hem een bon opleverde, die hij nu inmiddels tot het Hof van Cassatie aan het aanvechten is. De kranten staan er af en toe vol van en iedereen verbaast zich er over dat dit een zaak voor justitie is. Het zal best een principiële kwestie zijn, die de betrokkene zwaar geraakt heeft. Maar of dit nu echt zo'n principezaak is, is waarschijnlijk alleen maar uit te leggen aan mensen, die zelf een binding met dit soort festiviteiten hebben. Ook daar begrijp je anders niets van.
Carnaval zit er nu voor mij nog niet in, maar wie weet wat er nog kan komen
Kortom, het beeld zal inmiddels wel duidelijk zijn. Ik heb zelf niet zo veel met carnaval. Dat is helemaal niets principieels, maar het heeft er gewoon vanaf het begin nooit ingezeten. Maar wie weet wat er ooit nog eens gaat gebeuren. Een verhuizing naar een nog onbekend, ander deel van het land, staat tenslotte altijd nog in de planning. Afhankelijk van waar ik een geschikt pand voor mijn plannen kan vinden. En dan de stap zetten. Daar gaat het volgende artikel trouwens over.
Update.
Dit verhaal van een noorderling en carnaval moest natuurlijk wel leiden tot een zuidelijk weerwoord, waarvoor heel veel dank. Ik heb het letterlijk en volledig overgenomen:
Hi Henriëtte,
Hierbij een reactie op je artikel over carnaval
Daar wil en kan ik wel iets over zeggen. Grappig artikel trouwens misschien door
iemand die het niet echt heeft meegemaakt? (Doorn dan wel, maar dat stelt niet
zoveel voor vrees ik, of misschien wél, hoop ik).
In 1973 had ik op carnaval-maandag een deelexamen automatisering
in Amsterdam via het bedrijf waar ik toen werkte. Nou is carnaval toevallig,
net als bv het ‘oogstfeest’, ‘elfstedentocht’, ‘Nijmeegse vierdaagse’ en zo een
soort volksfeest. En als geboren Brabo heb ik dat vanaf mijn jeugd gevierd tot
pakweg mijn vijftigste. Om op zo’n dag een examen te plannen viel bij mij niet
in goede aarde, zelfs in slechte aarde kun je zeggen. ‘Dus’ ging ik gekleed in
blauwe kiel en met een bakkersmuts op naar dat examen. Nu wil je natuurlijk
weten hoe ik het er vanaf gebracht heb. Ik was verreweg als eerste klaar! Ik
heb mijn naam ingevuld en ondertekend. Alles daartussen heb ik blank gelaten,
nou ja het woordje ‘carnaval’ er op geschreven en ben meteen weer vertrokken,
nagestaard door verbaasde gezichten die niet konden begrijpen dat ik zo snel
klaar was.
Buiten Amsterdam moest ik tanken, mijn besteleend gebruikte benzine, toen nog
geholpen door een tankstation bediende. ‘Joh, ga je lekker neuken in het zuiden’
was zijn onnozel commentaar. ‘Ik neuk daar altijd’ was mijn antwoord naar
waarheid.
Hoe het afliep? Ik werd enige tijd later op het matje geroepen bij de directeur
van het bedrijf in Apeldoorn met de vraag wat ik bezielde. Ik heb hem verteld
dat het niet getuigde van enig inzicht in het sociale gebeuren ónder de
rivieren. Dat het daar carnaval was en dat het een volksfeest is. Ik er daarom
een punt van gemaakt had. Hij, een Engelsman van geboorte, keek me even aan en
zei de gevleugelde woorden ‘ik zal het examenpunt veranderen in een 6’. Dat was eerst een 1.
‘Natuurlijk’ heb ik destijds in Apeldoorn een carnavalsvereniging opgericht ‘De
Matenmeute’, ik was in mijn vrije tijd voorzitter van een wijkvereniging en
bedrijfsleider van een buurtcentrum in de wijk De Maten. Meteen ook i.p.v. een
Prins Carnaval, een Prinses Carnaval geïntroduceerd, ik had daar toen de ‘macht’
voor. Halverwege het carnavalsfeest dat jaar ben ik opgestapt. Enkele mannen
van de raad van elf rotzooiden met de dansmariekes en er werd daar inderdaad redelijk
wat kont geknepen, dat kende ik niet zo uitbundig vanuit het Brabantse carnaval.
Nou wordt dat knijpen overal ter wereld gepraktiseerd, maar niet perse met
carnaval en ook het gebruik van alcohol is niet uitsluitend met carnaval
gebruikelijk. Dronkenschap komt bij iedere uitgaansgelegenheid voor op elk
tijdstip van het jaar. Ik doe en deed daar nooit aan mee.
Carnavalsliederen.
Er was inderdaad een tijd dat er de hele dag carnavalsliederen klonken op de
radio. Meestal hadden die weinig te maken met carnaval en waren vaak ook
dubbelzinnig. In Den Bosch, carnavalsstad nr 1 in Brabant, ergerde men zich hier
dood aan. De stad trok met carnaval in die tijd veel lieden van boven de
rivieren, die graag een potje kontknijpen wilden praktiseren of meer, omdat dat
er nu eenmaal bij hoorde, zo dacht men. Men is toen in deze omgeving het ‘landelijke’
carnavalslied gaan boycotten en men draaide uitsluitend nog lokale
carnavalsliederen. Bovendien ging men toegangsbewijzen verstrekken om op die
wijze het aantal professionele kontknijpers buiten de deur te houden. Ook in
Limburg ging men de ‘landelijke’ carnavalsliederen boycotten. Den Bosch heeft
overigens de grootste carnavalsoptocht van Nederland, reken maar op 4 uur.
Groetjes,
Mari Kapteijns
De waarheid over het waarmaken van ideeën, die niemand u vertelt
Geweldige ideeën hebben we allemaal wel eens
We hebben allemaal op zijn tijd wel eens geweldige ideeën, over allerlei aspecten van ons leven. Dat loopt van ideale familierelaties tot carrières, onze zakelijke beslommeringen en pure privézaken. Natuurlijk zijn onze ideeën belangrijk om ons leven een bepaalde richting te geven.
Maar in de praktijk worden deze ideeën slechts daadwerkelijk uitgevoerd bij een heel klein percentage van het mensdom. Deze ideeën dragen in de praktijk nauwelijks bij aan onze eigen ontwikkeling en wat we in ons leven voor elkaar gaan krijgen. Dat is eigenlijk best gek.
Waar zit dan het probleem?
Het probleem zit echter niet in onze ideeën. Want het gaat namelijk niet over de ideeën die we verzamelen, maar om de actie die we moeten nemen. Het nemen van initiatief om ze ook daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen. Dat echt doen, dat realiseren, is bij vrijwel ieder mens met veel ideeën het uitgesproken zwakke punt. Vaak laten we onze ideeën al weer schieten, voor ze zelfs maar de kans gehad hebben om een beetje te rijpen. Of vóór we ze eens met iemand kunnen bespreken.
In theorie is het allemaal eenvoudig genoeg
Het lijkt heel eenvoudig en voor de hand liggend, dat het daadwerkelijk stappen zetten om een idee uit te voeren zo belangrijk is. Zonder eerste stap gebeurt er niets. Maar waarom valt het in de praktijk dan zo tegen? En blijft het hooguit bij wat experimenteren en onszelf met allerlei andere zaken bezig houden? Om voor de rest ons leven gewoon maar een beetje voort te laten kabbelen, intussen toch vaak dromend van veranderingen?
Stappen nemen betekent verandering accepteren
Het komt voort uit onderschatting. Want met alleen ons idee in gang zetten zijn we er meestal niet. Actie nemen om een idee in gang te zetten is gewoon een hele lastige klus. En bij elke stap die we nemen, zal ons leven op de één of andere manier ergens wel wat aangepast worden. Er verandert altijd wel iets door onze acties. En dat realiseert men zich vaak niet. Daarom is het goed om eens te kijken naar de waarheid over het zetten van stappen om ideeën ingevoerd te krijgen.
Had je ooit een idee waar je aan twijfelde?
Had je ooit een idee waar je niet echt zeker van was? Kriebelde er ergens toch wat onrust over? Was je daarom bang om anderen over je idee te vertellen? Zag je op tegen de onvermijdelijk komende negatieve commentaren van mensen? Dat is op zich helemaal niet vreemd. Sterker nog, voor de meeste mensen is het heel herkenbaar.
Misschien is er wel vraag naar je idee
Stel je voor dat het een zakelijk idee was en dat je het maar liet lopen. En dat alleen maar omdat je niet voldoende zeker was van het idee. En van jezelf. Stel nu eens dat het bedrijf waar je werkte juist zo iemand zocht. Iemand die een dergelijk idee waarheid kon laten worden. En die daarmee voor zichzelf een geweldige groeikans in het bedrijf realiseerde. Dan is het toch heel jammer, dat je er nooit iets mee gedaan hebt? Zowel voor jezelf als voor het bedrijf waar je voor werkt. Zelfs als dat je eigen bedrijf is? Dan is het misschien nog wel vervelender dat er niets mee gedaan is.
Ga meer geloven in je eigen idee
Als we dat kunnen constateren, dan zit er misschien vóór de stappen die we moeten nemen om het idee te realiseren nog wel een extra stap. En die extra stap is het ontwikkelen van het geloof in jezelf en in je mogelijkheden. Het geloof in je kennis en ervaring. Het geloof in wie je bent en wat je kunt.
Vinden anderen het idee niet realistisch?
Ga er maar rustig van uit, dat er altijd mensen zullen zijn en blijven, die je ideeën niet realistisch vinden. Overal in het leven en in bedrijven vinden we nu eenmaal een dergelijk soort mensen. Mensen die alles wat ook maar enigszins anders of nieuw is, direct veroordelen. En je idee zal daardoor best tot de nodige afkeuring en kritiek leiden. Veel mensen hebben nu eenmaal moeite om zich in een nieuwe situatie in te leven. Die zien het idee pas voor zich op het moment, dat het vorm begint te krijgen.
Dat betekent dat we daar dus gewoon mee door moeten gaan. Ze gaan vanzelf wel een keer de goede kanten van onze ideeën zien. Het is met name een kwestie van tijd. Zolang je er zelf maar onvoorwaardelijk in gelooft. Dan komt het goed. Stug doorgaan, tegen alle tegenwerking en oppositie in.
Geloof in onszelf is van het grootste belang
Geloof in onszelf geeft ons het vertrouwen om onze ideeën steeds verder te blijven ontwikkelen. En om deze ideeën op het juiste moment ook tot uitvoer te brengen. En dan laten we een idee ook niet snel meer los. Dan geven we ons idee een realistische kans. Maar er is nog meer.
Als we voldoende zelfvertrouwen hebben en geloven dat ons idee goed is, dan maakt het ook niet meer uit wat anderen doen. Misschien hebben die inderdaad nog wel een beter idee. Zie dat dan maar als een uitdaging om het nog beter te doen. Maar het kan ook zijn dat een idee waar we een hoge verwachting van hadden, het in de praktijk aanzienlijk minder blijkt te doen.
Dan helpt een positieve houding en veel zelfvertrouwen ons, om door te blijven gaan. Dan helpt dat ons bij het zoeken naar oplossingen. Of om misschien wel de keuze te maken om bij nader inzien toch iets beters te gaan doen. Want dat kan natuurlijk altijd.
Al doende groeit het zelfvertrouwen
Als we verder gaan met de uitvoering van onze plannen, dan groeien we zelf ook. We zien onze plannen groeien. We zien ons idee vorm krijgen. En we ervaren dat we het kunnen. Dat is heel belangrijk. Het zelfvertrouwen groeit.
Bij de start is er altijd die angst of het wel goed zal gaan. Hebben we wel de aanleg, de kennis, de ervaring en het doorzettingsvermogen dat nodig is om iets te bereiken? Het zijn vragen die bijna iedereen zichzelf stelt. Maar naarmate we meer stappen zetten, al zijn het kleine stappen in het begin, zien we steeds meer voortgang bij onszelf. We groeien er als het ware in. We krijgen er meer vertrouwen in. We zien dat we op de goede weg zijn en dat veel angsten geen enkele grond hebben.
En na een aantal hobbels genomen te hebben, kunnen we steeds meer aan. Onze capaciteiten groeien mee. Als ze er maar de kans voor krijgen. Vrijwel elk mens kan meer dan hij denkt. Er zit in ieder van ons een enorm potentieel, dat bij heel veel mensen nooit een kans gaat krijgen. En is dat niet enorm jammer?
Elke stap die je doet maakt nieuwe stappen mogelijk. Misschien wel stappen, waar je in het begin niet eens over na durfde te denken. Want je leert constant. Zelfs als dingen niet zo gaan als gepland.
Er valt altijd iets te leren
Of een idee nu direct een daverend succes wordt of volkomen de mist in gaat, in beide gevallen kun je er enorm veel van leren voor een volgend project. Je ervaring neemt er met sprongen door toe. Je ziet wat werkt. Je ziet ook wat helemaal niet werkt. Je ziet je eigen sterke kanten en die bouw je verder uit. Je ziet ook je zwakke kanten en daar ga je eerst iets aan doen voor je verder gaat. Kortom, je leert echt constant.
De kans dat een nieuw project wél goed gaat na een eerdere mislukking is heel groot. We weten meer, we hebben extra motivatie. Nu zal het namelijk wel gaan lukken. Voor minder doen we het niet meer.
Zorg dat je geen twijfel of spijt gaat krijgen
Veel ouderen kijken terug op hun aardse bestaan met een gevoel van spijt. Met een gevoel van: “Had ik toen maar…” Het gevoel dat zich kansen hebben voorgedaan die genegeerd zijn. Dat het hele leven bij dromen is gebleven, die nooit in plannen zijn omgezet. Laat staan dat er actie is genomen om ze echt te gaan realiseren.
Men blijft nadenken over wat er gebeurd had kunnen zijn, als de plannen wel in actie omgezet waren. Niemand zal het ooit weten. En dat kan behoorlijk blijven knagen.
Geef die spijt in je latere leven geen kans. Bekijk je dromen. Zet die dromen om in doelen en in een goed, realistisch plan. En zet dat plan om in echte actie. Dan kan niemand later zeggen, dat je het niet minimaal geprobeerd hebt. Iets dat ze waarschijnlijk zelf niet gedaan hebben.
Geef je idee wel altijd voldoende tijd
Er is nog wel een belangrijk punt. Elk idee heeft tijd nodig om tot ontwikkeling te komen. Soms zelfs veel tijd. Jaren misschien wel. Mensen moeten van je af weten. Mensen moet weten wat je doet, wat je kunt en vooral wat je beter kunt dan een ander, mensen moeten weten waarom je producten en diensten anders en beter zijn. Dat moeten die mensen allemaal leren. En dat kost heel veel tijd, want die mensen hebben best ook wel andere zaken om handen.
Blijf altijd in jezelf geloven
En dan is het van grootste belang om hardnekkig in jezelf en in je idee te blijven geloven. Als niemand het meer lijkt te doen, dan kan dat nog wel eens heel lastig zijn. Maar het helpt enorm als je je er vooraf goed van bewust bent. Maak een realistische planning, die ruim voldoende tijd voor realisatie bevat. Zorg voor ijkpunten, waar je kijkt wat goed gaat. Dat kun je die elders misschien ook wel toepassen.
En kijk wat niet goed gaat. En los dat op. Zoek ook de reden, zodat je die elders kunt vermijden. En zo ben je permanent bezig.
Maar je idee wordt wél gerealiseerd.
En dat kunnen niet veel mensen je nazeggen.
Morgen, 17 februari is het "doe eens vriendelijk dag". Ha! Daar ben ik heel goed in, in vriendelijk doen. Dus maar eens kijken of er foto's en een verhaal over te maken zijn. Ik doe mijn best in elk geval.
Colofon
Jetje's dag verschijnt in principe elke werkdag. Deze publicatie wordt uitgegeven door Henriëtte Sibie samen met Team Jetje, het team dat haar ondersteunt. Het team bestaat uit een wisselend aantal medewerkers. Team Jetje is inmiddels ook in te zetten voor ander schrijf- en fotografiewerk, waar bijvoorbeeld een regionale krant al gebruik van maakt. Voorwaarde is wel dat je in de kunst of de fotografie bezig bent.
Bijdragen
Mocht je ook eens een bijdrage aan Jetje's dag willen leveren, dan is dat altijd mogelijk. Er zijn geen kosten aan plaatsing verbonden, maar er is ook geen sprake van een vergoeding. Het geeft jouw werk wel een leuke exposure. Want dit weblog wordt goed gelezen. Een verwijzing naar je eigen website, weblog, Facebookpagina en vergelijkbaar is altijd toegestaan maar liever geen affiliate links.
Bij belangstelling of vragen kun je altijd contact met me opnemen en dan kijk ik graag samen met jou wat er mogelijk is. En dat is wat mij betreft best veel.
Jetje's dag is op vele manieren te bereiken:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten